Zes jaren zijn er nu voorbij,
Ben je niet meer aan hun zij.
Zesjaren,zo moeilijk en vol verdriet,
En er is niemand die het ziet.
De mensen zeggen, kom je moet door,
Je hebt twee kinderen, ga er voor.
En er voor gaan dat doet ze wel,
Maar telkens krijgt ze weer een lel.
Wordt ze weer terug geslagen,
En begint het weer te dagen.
Haar zoon lijkt vreselijk op haar man,
Ook in de knoop, help me dan.
Laat mij nu zien wat ik moet weten,
Haar kind heeft rechten,laat mij niet zo zweten.
Alle hulp van jou daar boven,
Zal ik dan eren en geloven.
Alleen jij kan het me zeggen,
Hoe het aan hem uit te leggen.
Al die stemmen in zijn hoofd,
Die hem van alle zinnen beroofd.
Laat mij toch kijken in jou ziel,
Ik wil wel draaien aan dat wiel.
Als het ten gunste is van je kind,
Dan ben ik er, en ik vind.
Die hulp aan hem is van belang,
Dus laat mij zien,ik ben niet bang.
En met jou hulp zal dan gaan blijken,
Dat wij zijn geest kunnen verrijken.
Met alles wat hij weten moet,
Het brengt rust voor zijn gemoed.
Geluk en liefde zend ik naar boven,
Want ik weet en zal geloven.
Dat,als jij ons helpen mag,
Het een knul wordt met een lach.
Die gelukkig is in het leven,
Met een kracht door jou gegeven.
Dus laat zien aan al die leken,
Dat de "DODEN" kunnen spreken.
"ST"